
Alles over zaaien en opkweken
Wil jij je eigen groenten en kruiden vanuit zaad opkweken? Dan is het belangrijk dat je secuur en stap voor stap te werk gaat. Om je te helpen, vertellen we je alles over zaaien en opkweken.
Stap 1 Grond voorbereiden
De eerste stap bij het zaaien en opkweken van je planten is het voorbereiden van de grond. In de grond zitten immers de voedingsstoffen die je zaden onder andere nodig hebben om te groeien. Grond ‘voorbereiden’ in potten en bakken is niet zo moeilijk, je vult de potten gewoon met potgrond. Bij direct in de vollegrond zaaien, kost het iets meer werk: maak de grond los, verwijder onkruid- en plantenresten en werk een bodemverbeteraar zoals Wilma Growmix door de grond. Gebruik bij het voorbereiden van de grond in een moestuinbak Pokon Moestuinbakken Mix.
Stap 2 Zaaien!
Heb je de grond goed voorbereid, dan kun je gaan zaaien. Je kunt ervoor kiezen om planten voor te zaaien of direct in de vollegrond te zaaien. Voorzaaien doe je op een beschutte plek, binnen of in de kas. Zaai de groenten en kruiden in opkweekpotjes, een zaaitray of gebruik een Wilma kweeksysteem. Met voorzaaien kun je eerder van start (vanaf half februari). Wacht met zaaien in de vollegrond het best tot half maart. Maar dit is uiteraard ook afhankelijk van wat je wilt zaaien en hoe hoog de temperatuur buiten is. Kijk goed op de verpakking van het zaad voor het exacte zaaimoment.
Stap 3 Verzorgen
De eerste paar dagen en weken zijn heel belangrijk voor het gezond opkweken van je planten. Zorg voor voldoende licht, warmte en voedingsstoffen. Houd hierbij rekening met de verschillende behoeften van de planten. Sommige zaden kiemen bijvoorbeeld in het donker in plaats van licht en andere hebben een temperatuur van minimaal 18 graden Celsius nodig. Daarnaast heeft het zaad (in meer of mindere mate) behoefte aan warmte en vocht. Je vindt al deze informatie op de verpakking van de zaden. Om je te helpen met het creëren van het juiste klimaat voor de zaden kun je je planten ook opkweken in een verwarmde propagator.
Tip: Geef zaden en zaailingen altijd water met een plantenspuit of gieter met fijne broes; met een harde straal water spoelt de grond en het zaad zo uit de potjes.
Stap 4 Verspenen
Als de zaadjes gekiemd en uitgegroeid zijn tot zogenaamde zaailingen (kleine plantjes) is het tijd om ze te verspenen ofwel te verplanten. Meestal is dat als ze ongeveer twee bladparen hebben. Middels verspenen geef je de plantjes de ruimte om goed verder te groeien. Het best verplant je plantjes naar afzonderlijke potjes. Geef de planten die snel groeien een wat grotere pot. Maak de grond waarin de zaailingen staan goed vochtig en een beetje los, zo kun je de zaailingen er makkelijker uithalen zonder de wortels te beschadigen. Gebruik een (poot)stokje om de plantjes los te wippen en pak de zaailingen aan de blaadjes beet, de stengels zijn vaak erg teer. Zet de zaailingen ieder in een eigen potje gevuld met aarde. Je mag ze dieper planten als ze voorheen stonden. Druk de grond licht aan en geef de plantjes voorzichtig water.
Stap 5 Planten afharden en uitplanten
Nu weet je bijna alles over zaaien en opkweken, maar deze laatste stap mag niet ontbreken. Als je planten goed gegroeid en stevig zijn, kun je ze vanaf eind april afharden. Dit betekent dat je ze langzaam laat wennen aan de buitentemperatuur. Doe dit door de planten eerst een paar uur buiten te zetten en dit steeds te verlengen tot uiteindelijk een hele dag en vervolgens dag en nacht. Hoe snel je je planten kunt afharden, is afhankelijk van de temperatuur. Wordt er nachtvorst verwacht? Dan kun je ze beter binnenhalen. Na de IJsheiligen (11-14 mei) kun je de planten buiten uitplanten en daar verder opkweken. Voorzie je planten steeds van voldoende voeding. Zodat je uiteindelijk kunt genieten van een lekkere oogst of mooie bloei!