Combinatieteelt
Combinatieteelt… het is misschien niet het eerste waar je aan denkt wanneer je met een moestuin start. Toch is het wel heel belangrijk. Wat het precies is, waarom het belangrijk is en hoe je zelf goede combinatieteelt toepast? Wij geven tips!
Combinatieteelt, wat is het?
Planten in de moestuin beïnvloeden elkaar, zowel positief als negatief. Dit kan komen door de grootte van de plant, waardoor de buurplant weinig zon en ruimte krijgt, maar ook door wat ze uitstoten: geuren, voedingsstoffen en zuren. Planten kunnen elkaar hierdoor versterken, maar ook verzwakken. Daarom moet je vooraf goed bedenken welke planten je naast elkaar zet.
Voorbeeld:
Het afrikaantje (Tagetes) stoot een bepaalde stof uit waardoor aaltjes, witte vliegen en mieren op afstand blijven. Zet hem dus naast planten die gevoelig zijn voor aaltjes, witte vlieg en mieren. Denk hierbij aan aardappelen, snijbonen, tomaten, maar ook aan rozen. Je past zo goede combinatieteelt toe.
Voordelen combinatieteelt
• Minder ongedierte en ziekten: door zoveel mogelijk combinatieteelt toe te passen zullen ongedierte en ziekten minder snel de kop op steken.
• Meer opbrengst: het leidt meestal tot meer opbrengst, omdat gewassen elkaar versterken.
Goede buren
De drie gezusters: een bekende combinatie is het principe van de drie gezusters: maïs, bonen en pompoen. De maïs dient als ondersteuning voor klimmende bonen, de bonen leveren stikstof aan de grond waar pompoenen en maïs extra goed van groeien. En pompoen beperkt op zijn beurt de groei van onkruid: een perfectie combinatie dus!
Peulvruchten naast sla en spinazie: peulvruchten zoals erwten en bonen leveren stikstof aan waar sla en spinazie heel blij mee zijn.
Uien naast wortels: uien verjagen met hun geur de schadelijke wortelvlieg en wortels verdrijven de uienvlieg!
Slechte buren
Wortels naast tomaten: wortels groeien niet zo goed naast tomaten, dit komt door de stof die de tomatenwortels uitstoten.
Aardbeien naast kool: aardbeienplanten trekken witte koolvliegjes aan die schadelijk zijn voor koolsoorten.
Ui en knoflook naast bonen en kool: bonen en kool geven veel stikstof af, en daar zijn ui en knoflook niet blij mee. Ze maken daardoor veel loof en weinig ui en knoflook aan.
Ongedierte lokken met vanggewassen
Sommige gewassen zijn heel nuttig, omdat ze ongedierte lokken; dit noem je ook wel vanggewassen. Ze lokken ongedierte waardoor andere planten hier geen last van hebben. Bladluizen en ander ongedierte vinden Oost-Indische kers bijvoorbeeld heel lekker. Oost-Indische kers is in dit geval een vanggewas en houdt de bladluizen weg van bijvoorbeeld je sla.
Nuttige insecten lokken met aantrekkelijke gewassen
Naast gewassen die ongedierte aantrekken, zijn er ook gewassen die núttige insecten lokken! De blauwe winde trekt bijvoorbeeld lieveheersbeestjes aan en lieveheersbeestjes eten graag bladluizen. Zo zorg je met een blauwe winde voor minder bladluizen in je moestuin!